Dementie, 1 op de 5 Nederlanders treft het. Reclame op de televisie. Zij kijkt televisie. Ik lees wat, hoor wel de reclame. Kijken naar haar wat deze reclame met haar doet durf ik niet. Begrijpt ze het? Weet ze dat ze dementie heeft? Ze weet dat het niet goed is daar bovenin. “Het werkt allemaal niet meer zo goed daarboven. Ik ben zoveel kwijt.” Maar of ze de naam weet van haar ziekte, ik denk het niet. Of ze weet dat het over haar gaat en over ons als haar naasten? Vast ergens wel. Later krijgen we een gesprek over haar hersens die niet meer werken zoals het moet. Eigenlijk, niet meer werken zoals ze zou willen.
We zijn naar Zeeuws-Vlaanderen geweest in de middag, vanuit Middelburg. Naar de graven van de familie van mijn vader. “Waar zijn mijn vader en moeder eigenlijk? Leven die nog?” Ik leg uit dat haar moeder 86 is geworden en niet meer leeft. Dat zij al 90 is, ouder dan haar moeder werd. Dat haar moeder in 1995 is overleden. Ze weet wel dat ze in Terneuzen woonden vroeger. “Waar zijn ze dan begraven?” Ik vertel dat haar vader in Amsterdam is begraven en haar moeder in Hansweert. “Vanochtend ben ik in Terneuzen op zoek geweest. Daar ben ik geweest. Maar dat kan natuurlijk niet. Daar kan ik niet meer zelf naar toe.”
Ik vertel dat het kan zijn dat ze heeft gedroomd dat ze daar was. Soms droom je zo echt dat je denkt dat het waar is. Dat zal het zijn.
“Het zit niet goed meer bovenin. Straks wordt het heel erg misschien. Dat kan. Het kan erg worden.”
Nu gaat het nog. Ik kan alles nog zelf. Ik kan nog praten. Dat is wat. Ik kan nog praten. Sommige mensen kunnen niet meer praten. Dat is erg. Ik kan het nog. Maar het kan ook heel erg worden. Dat ik het allemaal niet meer weet. Dat wil ik niet.
We weten niet wat er komt. We weten niet of het erg gaat worden, of dat het zo blijft.
Ja, dat is ook zo. Het komt zoals het komt, we moeten het er maar mee doen.
Even later gaat ze weer de dingen doen om naar bed te gaan. Ze kan nog steeds gek doen, dat ik tranen lach. “Mag ik ook eens een keer gek doen. Het is allemaal al erg genoeg.”