Gisteren dacht ik aan mijn moeder. Ze heeft dementie. Wordt heel goed verzorgd. Een half jaar geleden is ze verhuisd naar een heel fijn verzorgingshuis. Ze heeft het heel erg naar haar zin. Ze is blij dat ze zo goed verzorgd wordt, dat ze het gezellig heeft met haar vriendinnen van vroeger. En gaat iedere dag naar school. De buurman van het vorig huis in Yerseke woont ook naast haar. Al haar vriendinnen van vroeger uit Yerseke en Terneuzen (waar ze geboren is). Ze zijn er allemaal. Dat voelt vertrouwd.
In ons leven is het anders. Ze kende deze mensen niet voordat ze ging wonen in het verzorgingshuis. Ze gaat niet iedere dag naar school. Wat wel zo is in ons leven: ze wordt wel heel goed verzorgd. Ze is nog steeds lief, meestal vrolijk, optimistisch en heeft daar vriendinnen.
Dankbaar ben ik dat ik zo lang bij haar heb kunnen logeren. Ze was ruim 90 jaar toen ze ging verhuizen. Maar ik mis het bij haar te logeren. Al was het druk in zo’n weekend, alles op uur en tijd, het was altijd gezellig. Ik kwam graag bij haar. Mijn zus en zwager hebben alle zorg gehad, jarenlang. Ze hebben het met liefde gedaan. Maar het is veel. Ik zorgde af en toe. Eens per maand probeerde ik het laatste jaar te gaan.
Het laatste tripje dat we hebben gedaan in omgeving Nijmegen was voor ons gevoel een buitenlands tripje. Berg en Dal, Beek-Ubbergen, Groesbeek. Ik kom er nog steeds graag.
Op de terugweg wraps met zalm en koffie in de auto bij een tankstation. Coronatijd. Terug langs Alverna, Wijchen, Grave. Bij Wijchen kwamen we langs een prachtige kapel. Ik had deze nog nooit gezien. Zo mooi. Laatst ben ik er weer geweest. De foto’s was ik kwijt. Vorige week zondag heb ik nieuwe gemaakt. Het herinnert me aan het laatste tripje bij ons in de buurt, aan de eerste keer dat ik zeker wist dat ze dementie had. Ze vergat mijn naam. Wist niet meer waar ze was. Was steeds naar allerlei aan het zoeken. Ik wist dat dit een inkijkje was in wat er komen zou.
Na haar logeerpartij, eenmaal thuis, wist ze weer wie ik was. Af en toe vergeet ze het. Maar meestal weet ze mijn naam. Er zal een tijd komen dat ze dat niet meer weet, maar dat is oké.