Een kaarsje aansteken zet wat lastig is in beweging. Je steekt een kaarsje aan met een intentie. Een ritueel zorgt er niet voor dat alles goed komt. Een ritueel maakt dat er een moment van reflectie is. Het brengt beweging in waar je vast zit.
In de tijd dat ik meubels stoffeerde, stak ik voor ik begon met werken altijd een kaarsje aan met de vraag of ik in liefde mocht werken. Lastige klanten had ik nooit. Tuurlijk, er was weleens een meningsverschil. Of een misverstand door communicatie. Altijd keek ik wat eronder lag wat bij mij lag. En als ik dat niet kon vinden probeerde ik de klant te zien in het licht. Zoals de eerste ontmoeting, toen we geen lastig iets hadden. Dat lukte altijd.
Een ritueel haalt je voor even uit het dagelijks leven. Je krijgt een ander bewustzijn. Je voelt en ziet weer het waarachtige. Het waarachtige dat je niet kunt zien als je maar doorgaat.
Wonder, nou ja, geen wonder. Ons contact veranderde. Werd zachter. We konden elkaar weer echt zien. We kwamen er weer uit.
Een ritueel haalt je voor even uit het dagelijks leven. Je krijgt een ander bewustzijn. Je voelt en ziet weer het waarachtige. Het waarachtige dat je niet kunt zien als je maar doorgaat.
Sinds afgelopen zomer heb ik een reisaltaartje. Het is fijn dat ik het heb, omdat ik niet altijd mijn ochtend thuis begin en toch een kaarsje aan kan steken. Voordat ik een lastig gesprek aanga. Of voor iemand anders die het nodig heeft op dat moment. Of als ik wat onrust voel. Even uit de hectiek. Weer komen in wat is.